Windhoek-Namibië 22 november 2000
De volgende dag is het dan zover. We vertrekken met chauffeur Fabrice (Fr), Anna & Rodney (Aussies), Gillen (Fr) en Karl (D) in een blauwe VW-BUS uit 1972. Deze 2 weken verkeren we in droog woestijngebied en zitten dan ook onder het stof. We overnachten meestal in de tent aan de kant van de weg. Dit bushcampen bevalt ons goed, alhoewel een douche best lekker zou zijn. Onderweg zien we veel springbokken, kudu’s en struisvogels. Aan de kust komen we een flamingo- en een zeeleeuwenkolonie tegen. |
In dit droge klimaat groeit er een aparte vegetatie zoals de Welwitschaplant en Kokerbomen. |
Vanuit Windhoek nemen we een onverharde route richting de kustplaats Swakopmund
door het Namib Naukluft Park. Ten zuiden daarvan ligt Walvisbaai, waar we onze tent
opzetten aan de voet van ‘Dune 7’. Het is erg tof om hier vanaf te sandboarden, ook al
worden we door de harde wind volledig gezandstraald.
Een hoogtepunt in de woestijn is ‘Sossusvlei’. Om 6.15 uur rijden we het rode duinlandschap binnen, waar de opkomende zon voor mooie contrasten zorgt. |
|
De moeizame 150 meter omhoog blijkt echt de moeite waard te zijn. Het uitzicht is
werkelijk grandioos! Met geen pen te beschrijven, dus dat doen we ook niet.
Naar beneden gaat toch altijd makkelijker, net alsof je gewichtloos op de maan loopt te springen. De terugtocht naar de parkeerplaats is erg zwaar. Ploegend door het zand terwijl de dag zijn heetste punt heeft genaderd. Aan het eind van de middag brengen we nog een bezoekje aan ‘Sesriem canyon’ (kloof). Namibië is een groot, maar dun bevolkt land. Het duurt uren voordat je een plaatsje tegenkomt. En zo’n plaats op de kaart stelt in het echt meestal weinig meer voor dan een huis met een benzinepomp. Ook zie je veel invloeden van de voormalige Duitse kolonisten: plaatsen zoals Lüderitz en Aus (yeah, you better get out of this place!) en een Duits kasteel in de middle of nowhere. |
We brengen een bezoekje aan de "ghost town" Kolmanskop. Dit
ooit-zo-belangrijke-diamant-mijn-stadje is in 1956 compleet verlaten. Een aantal gebouwen
zijn gerestaureerd, maar bij de meeste gebouwen is toch zand binnengedrongen. We moesten binnen het hek rond het stadje blijven. Kolmanskop ligt namelijk in het zgn. ‘Sperrgebiet’: verboden terrein i.v.m. diamantwinning waar je zonder pardon wordt neergeschoten als je de ‘grens’ overtreedt. |