Reisverslag deel 2: Zandhappen in Namibië





Windhoek-Namibië 22 november 2000

Hallo thuisfront!

Hierbij het volgende deel van ons reisverslag, vanaf 2 november. Veel leesplezier toegewenst!

We zijn nog in Windhoek en in dubio of we een VW-bus zullen kopen of niet. We besluiten het niet te doen, omdat je de bus nergens onbewaakt kan achterlaten en dus meer zorgen om je spullen oplevert. Andere problemen zijn de importregels aan de landgrenzen en het feit dat je buiten Namibië geen VW-onderdelen kunt krijgen. We zijn nu van plan mee te reizen met een Fransman die voor 2 weken door het zuiden van Namibië gaat toeren. Helaas moeten we een paar dagen wachten op voldoende medepassagiers. Windhoek hebben we dan echt wel gezien. We hebben zelfs alle musea bezocht. Het transport museum en 'Alte Feste' (vertelt over de geschiedenis van Namibië en z’n onafhankelijkheid in 1990) zijn best interessant.

Dinsdag 7 november hebben we wat te vieren. We zijn dan 3 jaar samen en dat bevalt nog steeds goed! ‘s middags drinken we een biertje op een terras en ‘avonds gaan we lekker uit eten. Erg gezellig met een heerlijke fles rode Kaapsche wijn ‘Boschendal’! We sluiten af met een koffie Kahlua (ja, Niels, we hebben nog aan je gedacht).

De volgende dag is het dan zover. We vertrekken met chauffeur Fabrice (Fr), Anna & Rodney (Aussies), Gillen (Fr) en Karl (D) in een blauwe VW-BUS uit 1972. Deze 2 weken verkeren we in droog woestijngebied en zitten dan ook onder het stof. We overnachten meestal in de tent aan de kant van de weg. Dit bushcampen bevalt ons goed, alhoewel een douche best lekker zou zijn. Onderweg zien we veel springbokken, kudu’s en struisvogels. Aan de kust komen we een flamingo- en een zeeleeuwenkolonie tegen. The Blue combi Tribe, met (vlnr): Fabrice, Jeroen, Gillen, Ann, Karl en Rodney
Kokerboom in het kokerbomenwoud Grootste Welwitschaplant, ca 1500 jaar oud In dit droge klimaat groeit er een aparte vegetatie zoals de Welwitschaplant en Kokerbomen.


Jeroen=Sandboarding, coming dooooown
Vanuit Windhoek nemen we een onverharde route richting de kustplaats Swakopmund door het Namib Naukluft Park. Ten zuiden daarvan ligt Walvisbaai, waar we onze tent opzetten aan de voet van ‘Dune 7’. Het is erg tof om hier vanaf te sandboarden, ook al worden we door de harde wind volledig gezandstraald.

Camp-spot bij Dune 7

Een hoogtepunt in de woestijn is ‘Sossusvlei’. Om 6.15 uur rijden we het rode duinlandschap binnen, waar de opkomende zon voor mooie contrasten zorgt.
Dune nogwat bij zonsopgang Desolate boom voor Sossusvlei

Vanaf de parkeerplaats is het 5 km lopen door het mulle zand naar de vlei (=waterbron) toe. Na ruim een uur lopen komen we aan in de vlei. Er staat maar een klein beetje water in, zodat het grootste gedeelte van de grond gebarsten en wit gekleurd is. Na even gezeten te hebben, haalt Jeroen Denise over om toch de daarnaast gelegen zandduin te beklimmen.
Denise en Jeroen op Sossusvlei De moeizame 150 meter omhoog blijkt echt de moeite waard te zijn. Het uitzicht is werkelijk grandioos! Met geen pen te beschrijven, dus dat doen we ook niet.

Naar beneden gaat toch altijd makkelijker, net alsof je gewichtloos op de maan loopt te springen. De terugtocht naar de parkeerplaats is erg zwaar. Ploegend door het zand terwijl de dag zijn heetste punt heeft genaderd. Aan het eind van de middag brengen we nog een bezoekje aan ‘Sesriem canyon’ (kloof).

Namibië is een groot, maar dun bevolkt land. Het duurt uren voordat je een plaatsje tegenkomt. En zo’n plaats op de kaart stelt in het echt meestal weinig meer voor dan een huis met een benzinepomp. Ook zie je veel invloeden van de voormalige Duitse kolonisten: plaatsen zoals Lüderitz en Aus (yeah, you better get out of this place!) en een Duits kasteel in de middle of nowhere.



We brengen een bezoekje aan de "ghost town" Kolmanskop. Dit ooit-zo-belangrijke-diamant-mijn-stadje is in 1956 compleet verlaten. Een aantal gebouwen zijn gerestaureerd, maar bij de meeste gebouwen is toch zand binnengedrongen.

Hoezo, heb je laatst nog gezogen ?? We moesten binnen het hek rond het stadje blijven. Kolmanskop ligt namelijk in het zgn. ‘Sperrgebiet’: verboden terrein i.v.m. diamantwinning waar je zonder pardon wordt neergeschoten als je de ‘grens’ overtreedt.
blik op Kolmanskop


Spectaculair om te aanschouwen is ‘Fish River Canyon’. Na de Grand Canyon is dit de grootste canyon ter wereld (85 km lang bij 27 km breed bij 550 m diep). Verrassend om dit inenen aan te treffen in het woestijnlandschap. We doen een afdaling tot halverwege de canyon, wat behoorlijk intensief is vanwege de steilheid en het uitglij-gevaar.

Denise voor de afgrond van Fish River Canyon

Heerlijk relaxen doen we bij de hot springs (hete waterbronnen) van Ai-Ais. Als we al het stof hebben weggespoeld zijn we erg schoon en blijken ook al lekker bruin te worden.

21 november arriveren we weer in Windhoek. De afgelopen 2 weken zijn erg gaaf geweest. We sluiten af met een lunch met champagne en bier. Het was een erg gezellige groep mensen en de o-zo-typische Duitser Karl zullen we nooit vergeten. We bekijken nog even de geweldige ‘Blue Combi promotion movie’ die we opgenomen hebben. Erg lachen om te zien, zeker de "suicidal scene" en onze viering van de ‘full moon party'!

Petanque in de woestijn, met meloenen !


Ons volgende verslag komt pas in 2001 uit, dus bij deze wensen we een ieder die dit leest alvast prettige kerstdagen en een gelukkige jaarwisseling!

Jeroen & Denise


*** Reisverslag 3 ***