Bagamoyo - Tanzania, 12 maart 2001
De volgende ochtend is het aan het regenen. Ja èn, wat is daar nou zo bijzonder aan?
"Doet het in Nederland ook wel eens hoor", zul je wel denken. Dat klopt, maar niet zo
ongelofelijk veel tegelijk. Als we na het ontbijt buiten komen staan de straten blank,
en dan niet een beetje hoor, maar wel tot zo’n kniehoogte diep zo hier en daar.
Maar het leven gaat door, dus de mensen doen hun schoenen uit, stropen de broekspijpen
op en waden naar de minibusjes toe, die nog net aan door blijven rijden (of varen?).
We lopen richting de KLM om onze terugvlucht te bevestigen en het is
eigenlijk wel eng als praktisch continu de bliksem dicht in de buurt in klapt.
![]() |
Tuurlijk naar Zanzibar!! Het prachtige eiland met z’n Stone Town vol met geschiedenis en verhalen. Prachtig weer en vreselijk witte stranden! Woensdag 28 februari komen we aan in de gillende en trekkende menigte van taxi-chauffeurs. We nemen uiteindelijk een taxi die relaxed staat te wachten en laten ons droppen bij het Floride Guest House. Dit valt vies tegen voor $ 16 per nacht. Dus als we een "ommetje" maken belanden we bij The Garden Lodge waar we reserveren voor morgen. Een grote kamer met eigen douche voor $ 20, kost wat maar ach. |
| Hierna belanden we op het magnifieke terras van het Africa House om onder het genot van een pot bier de zonsondergang te bekijken. We eten even verderop pizza en lopen bij een duiktoko binnen. We checken in bij de Garden Lodge en verkennen daarna de smalle straatjes en Swahili-cultuur van Stone Town. Hier zijn we wel 3 dagen zoet mee, want het is echt een fascinerend stadje. | ![]() |



![]() |
We brengen een bezoekje aan de "Hamamni Baths", een oud Perzisch badhuis. En we ontmoeten de hairbraiding-specialiste Vivian, die Denise in 3 uur tijd van een nieuw kapsel voorziet. Inmiddels hebben we ook ontdekt waar je goedkoop kunt eten. ‘s Avonds worden er namelijk langs het water straatstalletjes opgezet met heerlijk vers voedsel (vis, schaaldieren, vlees spiezen op de barbeque onder het genot van een vers geperst suikerrietdrankje). |

| Maandag 5 en dinsdag 6 maart verkennen we het prachtige eiland. We hebben een scooter gehuurd, zodat we zelf kunnen bepalen waar we heengaan op het 50 x 100 km lange eiland. Zo komen we maandag in het noorden op zeer slechte wegen terecht waarbij we door dorpjes rijden die niet zo snel door touristen bezocht worden. De kinderen vinden dit schitterend en dat merken we als ze van heinde en verre aan komen rennen om 'Jambo' (hallo in Kiswahili) te gillen en te zwaaien met blije koppies. Opvallend is het dat ook veel vrouwen uit zichzelf groeten en zwaaien. Dat hebben we nog niet eerder zo spontaan gezien in Africa. | ![]() |
![]() |
Nadat we op een lokaal marktje wat broodjes hebben gegeten en een soda hebben gedronken rijden we naar de oostkust. Hier in het praktisch verlaten dorpje Matemwe aangekomen treffen we een pracht van een wit strand, hele fijne zandkorreltjes en palmbomen. Helaas is het niet erg zonnig, dus besluiten we langs de kust naar het zuiden te rijden. Als we aan een paar lokals vragen hoe we het beste weer op de weg kunnen komen vertellen zij ons dat we het beter over het strand kunnen rijden. Dus even later rijden we met een gangetje van 30 km/uur langs de kustlijn! |


We gaan ons geluk beproeven in Bagamoyo. Deze oude hoofdstad (tot aan de Eerste Wereldoorlog) ligt 60 km
ten noorden van Dar. We hebben vernomen dat je hier kunt campen voor weinig (= zelf koken,
= veel besparen).